„vroege inspanningen”:
a)
in de context van de beoordeling van een potentiële kloof tussen het streefcijfer van de Unie voor 2030 voor energie uit hernieuwbare bronnen en de collectieve bijdragen van de lidstaten, een verwezenlijking waarbij een lidstaat een aandeel energie uit hernieuwbare bronnen haalt dat hoger is dan zijn bindende nationale streefcijfer voor 2020 als vermeld in bijlage I bij Richtlijn (EU) 2018/2001, dan wel vroegtijdig vooruitgang heeft geboekt bij de verwezenlijking van zijn bindende nationale streefcijfer voor 2020;
b)
in de context van de aanbevelingen van de Commissie op basis van de beoordeling uit hoofde van artikel 29, lid 1, onder b), met betrekking tot energie uit hernieuwbare bronnen, de vroegtijdige uitvoering door een lidstaat van zijn bijdrage aan het bindende streefcijfer van de Unie van ten minste 32 % hernieuwbare energie in 2030, gemeten ten opzichte van de nationale referentiepunten voor hernieuwbare energie van die lidstaat;